NL Rimas en Neerlandés desde afdolen hasta affix
- afdolen
- afdonderen
- afdoppen
- afdorsen
- afdouwen
- afdraaien
- afdracht
- afdragen
- afdraven
- afdreggen
- afdreigen
- afdrentelen
- afdrijven
- afdringen
- afdrinken
- afdrogen
- afdroppelen
- afdroppen
- afdruipen
- afdruipplaat
- afdruiprek
- afdruk
- afdrukeenheid
- afdrukken
- afdrukker
- afdrukkop
- afdruppelen
- afdruppen
- afduikelen
- afduvelen
- afduwen
- afdwalen
- afdwalen van
- afdwaling
- afdweilen
- afdwingen
- afdwingen van
- afeisen
- afeten
- affaire
- affakkelen
- affectie
- affectiewaarde
- affiche
- affidavit
- affietsen
- affiniteit
- affirmatie
- affirmatief
- affix